Genetische manipulatie van voedsel klinkt een beetje griezelig, maar toch is het iets dat ook in de natuur voorkomt. Bepaalde bacterien manipuleren een boom zo dat de boom bobbels groeit in de stam, wat voor de bacterie de perfecte leefomgeving is. Wetenschappers hebben deze bacterie een andere set instructies meegegeven waardoor de bacterie de boom een andere kleur kan geven. Daarna lieten ze de bacterie andere gewassen veranderen. Maar de mens manipuleert al eeuwen de gewassen, door middel van veredeling. Maar nu gaat het hard met de ontwikkelingen.
Oorspronkelijk begonnen veel groenten klein. Zo is maïs ooit begonnen als teosinte: een klein grasplantje. Door de oorspronkelijke bewoners van Midden-Amerika werd het gewas veredeld tot grotere, voedzame kolven. Columbus nam de maïsplant terug naar het koudere Europa, waar de plant – opnieuw na veredeling – het steeds beter ging doen. Een ander succesverhaal is die van de tomaat. De vruchten van een wilde tomatenplant zijn niet veel groter dan bessen, maar toch zijn ze nu gigantisch.
Je bent er misschien niet van bewust, maar veel groenten en fruit in de supermarkt zijn ofwel veredeld of genetisch gemanipuleerd. Plantenveredeling – waarbij kwekers de goede eigenschappen in één plantenras proberen te verenigen – gaat een stuk langzamer dan genetische manipulatie. De slechte eigenschappen zullen langzaam uit een soort worden gefilterd, maar daar gaan jaren overheen. Bij gentechnologie grijpen wetenschappers gericht in op het niveau van het DNA, waardoor op moleculair niveau bijv. ziekteresistentie toegevoegd kan worden.
Hoe ‘Frankenstein’-voedsel alsmaar groter wordt

Wil je een reactie plaatsen? Dat kan hier!