Elke dag weer worden door producenten nieuwe producten bedacht, die wij, de consument, misschien wel willen kopen. Dit geldt ook voor voedsel, want dat zijn net zo goed producten natuurlijk. En voor het ontwikkelen van dit voedsel houdt de producent de gemiddelde consument in gedachte, uiteraard gemiddeld in een bepaalde doelgroep. Maar zoals bekend bestaat deze gemiddelde consument niet, daarom ontwikkelde promovendus Jelle Dalenberg een nieuwe methode om te kunnen bepalen welke consument wat lekker vindt. Hij stelde verder vast dat verschillen in smaakwaardering terug te vinden zijn in de emotiegebieden in de hersenen.
Hersenonderzoek laat zien waardoor we voedsel lekker vinden
Smaken verschillen. Om te kunnen voorspellen of een nieuw product verkoopt, is het van groot belang om rekening te houden met de voorkeuren van verschillende mensen. Maar dat blijkt nog niet zo gemakkelijk. Niet alleen zijn de verschillen tussen mensen onderling groot, ook de frequentie waarmee en het moment waarop iemand iets consumeert heeft invloed op de smaakwaardering. Dalenberg wilde beter begrijpen hoe mensen verschillen in hun smaakwaardering en hoe je effectief met zulke verschillen kunt omgaan. Ook onderzocht hij hoe smaakwaardering en emoties invloed hebben op ons keuzegedrag. Tot slot ging hij na welke rol de hersenen spelen in de vraag of iemand een smaak wel of niet lekker vindt.
Nieuwe voedselproducten worden vaak onderzocht met behulp van groepsgemiddelden: vindt de helft van een testpanel het product lekker en de andere helft vindt het vies, dan is de gemiddelde score ‘neutraal’ terwijl niemand het product deze score heeft gegeven. Dalenberg loste dit probleem op door een methode te ontwikkelen waarin mensen met vergelijkbaar waarderingsgedrag in een aparte groep werden geplaatst. Zulke subgroepen blijken een veel beter beeld te kunnen geven van productacceptatie. Dalenberg en zijn collega’s wisten maar liefst vijf typische vormen van scoor-gedrag te identificeren.Om een antwoord te vinden op de vraag hoe verschillende smaken verwerkt worden in de hersenen, voerde Dalenberg een aantal studies uit met behulp van MRI. Zo liet hij een groep van 21 jonge mannen (18-30 jaar) en 19 oudere mannen (60-74 jaar) de basissmaken zoet, zuur, zout en bitter proeven. De promovendus ontdekte onder andere dat de twee smaakgebieden in de linker en rechter hersenhelft, anders dan tot nu toe gedacht, een andere functie uitoefenen. De rechterhelft lijkt verantwoordelijk voor smaakwaardering, de linker houdt verband met de intensiteit van de smaak. De resultaten laten samen zien welke gedrags- en hersenpatronen ten grondslag liggen aan het lekker vinden van voedsel.
Lees verder: Hersenonderzoek laat zien waardoor we voedsel lekker vinden
Reageren op bovenstaand nieuws over Hersenonderzoek laat zien waardoor we voedsel lekker vinden of een opmerking plaatsen? Dat kan door een reactie achter te laten onderaan de pagina. Wil je ander nieuws bekijken? Dat kan op deze pagina.
Wil je een reactie plaatsen? Dat kan hier!