Enorm veel boeken kan je ermee verkopen, en je kunt er ook heel veel lezingen over geven: een verhaal in elkaar zetten over hoe bewerkt voedsel, E-nummers en bijvoorbeeld brood giftig, kankerverwekkend en volkomen kwaad zijn. Hoogleraar voedseltechnologie Tiny van Boekel vindt dat niet de bewerkt voedsel en E-nummers het probleem zijn maar de onwetendheid van de consument het gevaar is voor de gezondheid. Een interessant artikel in HP/De Tijd waarin wordt uitgelegd dat soep uit een pakje niet ongezonder is dan zelfgemaakte soep, want je kunt bij de soep uit het pakje ook gewoon zelf extra groenten toevoegen, en dat blijkt de gulden middenweg: denk zelf na over wat je eet. Omdat aan een voedingsstof een E-nummer wordt toegekend (omdat het veilig is bevonden) betekent niet dat het daardoor opeens slecht voorde gezondheid is.
In het programma De Nieuws BV van NPO Radio 1 liet Van Boekel al weten dat we te gefocust zijn op gezond eten maar niet altijd het fijne van weten. “Wat is onbewerkt voedsel? De meeste producten zijn op één of andere manier bewerkt. Bewerkt is namelijk ook dat je kaas uit melk maakt en chocolade uit cacao.” Van Boekel stelt, zoals gisteren ook al op deze website te lezen viel, dat bewerkt voedsel niet per se slecht of ongezond is. Soms is bewerkt voedsel zelfs beter, denk aan goed geconserveerd groente en gedroogd voedsel. Ook magnetronmaaltijden zijn niet zo slecht volgens de hoogleraar Voedseltechnologie.
Karin Luiten, schrijver van het kookboek Zónder pakjes en Zakjes, kaartte op NPO Radio 1aan dat het toch wel wat uitmaakt als je zelf verse soep maakt of soep uit een pakje eet. “Als je zelf soep maakt, dan krijg je veel meer groenten binnen. In een zakje zit soms een procent broccoli, terwijl je er thuis een hele stronk in verwerkt.”
Kankerverwekkend
De trend is: we willen gezonder eten, want van bewerkt voedsel zouden we ziek of dik worden. Zo wordt soms met afschuw gereageerd als er een winkelmandje vol met kant-en-klare bamipakketten wordt ingeladen. Want? Ongezond. Van Boekel onderkent dat er wel iets kan worden verbeterd in de hoeveelheid zout en verzadigde vetten in de magnetronmaaltijden, maar de kwaliteit van zo’n maaltijd is over het algemeen goed. Technologisch gezien is het volgens Van Boekel heel moeilijk om dat eruit te halen, want het moet soms maanden houdbaar kunnen zijn en ook nog eens lekker smaken. Het zou cynisch zijn om te denken dat we daar ziek van worden. “De levensverwachting ligt veel hoger dan bijvoorbeeld vijftig jaar geleden.”Toch is het niet zo vreemd dat de consumenten ‘bang’ worden van e-nummers door berichten met koppen als ‘Bacon is net zo kankerwekkend al roken‘ die met regelmaat in de media verschijnen. Bewerkt vlees waar conserveringsmiddelen aan toe zijn gevoegd zouden volgens het artikel even schadelijk zijn voor het lichaam als roken en asbest.
Emiritus hoogleraar Innovatie, Gezonde Voeding aan Universiteit Maastricht, Fred Brouns, laat aan HP/De Tijd weten dat dit volledig uit zijn verband is getrokken. “Deze kop dekt de lading niet.” Bij veeleters is er iets meer risico op ziekte en dat geldt voor vrijwel alle stoffen. Niet alleen voor vlees. Met bewerkt vlees is het relevant om te weten dat als je zelf bacon bakt in je eigen keuken, met zout, kruiden, et cetera, je vrijwel dezelfde bacon op je bord krijgt. Koken verschilt in de meeste gevallen nauwelijks van industrieel koken op grote schaal.”
E-nummers zijn veilig
Brouns legt uit dat voor elke stof die als additief aan voeding mag worden toegevoegd (hulpstoffen bij de bereiding, ter verbetering van de houdbaarheid, kleurstoffen, et cetera) wordt een ADI, Acceptabele Dagelijkse Inname, berekend door een onafhankelijk internationaal panel van toxicologen.Deze ADI wordt weer bepaald aan de hand van alle – maar dan ook álle – beschikbare gegevens op een gegeven moment. Deze data betreffen meestal de gegevens verkregen uit lange-termijnonderzoek, dier-experimenteel, waarbij ook effecten tijdens de zwangerschap worden onderzocht. Tijdens dit onderzoek wordt ‘de meest gevoelige reactie’ als drempel beoordeeld. De ADI betreft dan de maximale hoeveelheid die dagelijks gedurende een heel leven kan worden geconsumeerd zonder dat er enige schadelijke bijwerking optreedt. Vervolgens wordt er ook nog een veiligheidsmarge in acht genomen door de drempel nog te verlagen en wordt er berekend of het kan leiden tot een grotere ADI als men de betreffende hulpstof aan alle denkbare levensmiddelen toevoegt. Indien dit zo is, zal worden bepaald dat de hulpstof slechts aan enkele producten mag worden toegevoegd.
Lees verder: Niet e-nummers, maar onwetendheid van consument is het gevaar

Geef een reactie